De COVID-19 pandemie heeft in verschillende landen geleid tot de toepassing van sociale afstand en thuisblijfregels, waaronder massale en verplichte opsluiting. Deze maatregelen kunnen op korte en lange termijn een negatief effect hebben op de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de getroffenen. Daarom zal een nauwkeurige monitoring van het geestelijk welzijn van de bevolking, met nauwkeurige, op feiten gebaseerde instrumenten, een gepersonaliseerde aanpak bij de patiënten mogelijk maken om te voorkomen dat de symptomen verergeren tot ernstiger aandoeningen van persoonlijke en sociale aard.
Nu toont een nieuwe studie, uitgevoerd door onderzoekers van het SPECS-lab van IBEC, gepubliceerd in het prestigieuze tijdschrift PLoS One, aan dat de COVID19-gerelateerde opsluiting een algemene negatieve impact heeft op het algemene welzijn, die correleert met een afkeer van thuiswerken, een verlangen naar de kwaliteit van het leven van voor de pandemie, en alleen wonen. Deze resultaten zijn verkregen met een innovatieve reeks online-instrumenten die van groot nut zijn voor de opkomende gebieden van de lifestyle geneeskunde en het monitoren van het welzijn van de bevolking.
De opsluiting heeft een negatieve invloed op het emotioneel welzijn
De onderzoekers Héctor López Carral, Dr. Klaudia Grechuta en ICREA-onderzoeksprofessor Paul Verschure vroegen de deelnemers om met behulp van een onlinetool de emotionele inhoud van een reeks beelden te beoordelen op hun negativiteit of positiviteit en op de intensiteit van de emotie die ze opriepen. Deze beoordelingen vormden een impliciete evaluatie van de mentale toestand, voortbouwend op eerdere valideringsstudies, uitgevoerd in een "non-confinement"-situatie, van de in deze studie gebruikte materialen. De deelnemers beantwoordden ook vragen die specifiek bedoeld waren om hun leefsituatie en algemene ervaring tijdens de opsluiting te evalueren, om te bepalen of de gemiddelde waarderingen verband hielden met de proefpersonen als prettig thuiswerkend, het missen van het "normale" leven van voor de opsluiting, of alleenwonend. De resultaten bevestigen dat de opsluitingsmaatregelen om de verspreiding van de COVID-19 pandemie te vertragen een negatieve invloed hebben op het emotionele welzijn van de algemene bevolking. Uit de studie bleek dat deelnemers die de opsluiting ondergingen de beelden significant negatiever beoordeelden dan proefpersonen die dezelfde stimuli beoordeelden onder "normale" omstandigheden vóór de COVID-19-crisis (zie Kurdi et al., 2017). Daarnaast beoordeelden deelnemers die niet graag thuis werkten, het "normale" leven van voor de opsluiting erg misten en alleen woonden de beelden negatiever dan de anderen.
Onze studie bevestigt de negatieve impact van de opsluiting op de emotionele gezondheid en het welzijn en stelt een nieuwe methode voor om de negatieve impact van de opsluiting te monitoren, te voorkomen en interventies voor te stellen om de negatieve impact van de opsluiting te verzachten. Héctor López, eerste co-auteur van het werk.
Een nieuwe methode om het emotioneel welzijn onder opsluiting te meten
Voorbeeld van de afbeeldingen (links) die de deelnemers beoordeelden in het online experiment met behulp van de Affective Slider (AS), een digitale schaal (rechts) voor de zelfbeoordeling van emoties (Betella & Verschure, 2016). De AS werd gebruikt om de intensiteit van de affectieve respons en de negativiteit of positiviteit ervan aan te geven.
Het experiment werd uitgevoerd tussen 9th en 20th april 2020, met 112 proefpersonen (64,29 % vrouwen). De internationale steekproef bestond uit mensen van 19 nationaliteiten die in 17 Europese landen wonen (53,57% in Spanje). Tijdens de studie werd de deelnemers gevraagd om de emotionele inhoud van een reeks van 30 affectieve beelden te beoordelen in termen van negativiteit of positiviteit (valentie of plezier) van hun inhoud, evenals de intensiteit (arousal). Daarna beantwoordden de deelnemers vragen om hun persoonlijke leefsituatie tijdens de opsluiting te beoordelen. De resultaten werden vergeleken met "normale" omstandigheden vóór de COVID-19-crisis (zie Kurdi et al., 2017). Bovendien pasten de auteurs machine-learningtechnieken toe om de plausibiliteit te beoordelen van automatische identificatie van deelnemers die mogelijk meer risico lopen op het ontwikkelen van stemmingsstoornissen. Kritisch is dat de methode die de onderzoekers van IBEC gebruikten, rekening hield met de beperkingen van expliciete screeningsmethoden, zoals traditionele schalen, die veel kritiek hebben gekregen vanwege beoordelingsbiases enerzijds en beperkte toegankelijkheid anderzijds. Dit onlinesysteem, dat gebaseerd is op affectieve beeldbeoordelingen, heeft bewezen doeltreffend te zijn bij het meten van de emotionele toestand van de algemene bevolking. Daarom zou het kunnen worden aangepast voor gebruik bij een bredere populatie
Momenteel werken de auteurs aan een systeem dat in staat zal zijn de emotionele gezondheid continu te monitoren met behulp van smartphone-apps. Dit zou een thuisdiagnosesysteem op afstand tegen een lage kostprijs mogelijk maken, waardoor clinici personen die emotionele veranderingen vertonen, kunnen diagnosticeren, monitoren en behandelen. De implementatie van een dergelijk systeem zou de sleutel kunnen zijn tot het behoud van het geestelijk welzijn van een aanzienlijk deel van de bevolking die in huidige en toekomstige opsluitingen verblijft, met het potentieel om levens te redden.
Referentie artikel:
López-Carral, H., Grechuta, K., Verschure, P.F.M.J. (2020). Subjective ratings of emotive stimuli predict the impact of the COVID-19 quarantine on affective states. PLOS ONE. doi.org/10.1371/journal.pone.0237631
Referentie geciteerd:
Kurdi, B., Lozano, S., & Banaji, M. R. (2017). Introducing the Open Affective Standardized Image Set (OASIS). Behavior Research Methods, 49(2), 457–470. doi.org/10.3758/s13428-016-0715-3
Note and Acknowledgments:
Deze bevindingen zijn het resultaat van de onderzoeksprogramma's van het SPECS-lab van het Instituut voor Bio-engineering van Catalonië (IBEC) en het Catalaans Instituut voor Geavanceerde Studies, geleid door ICREA-professor Paul Verschure. De groep heeft een geavanceerde theorie van geest en hersenen ontwikkeld en gebruikt deze om op basis van de theorie van de hersenen en klinisch onderzoek toonaangevende technologieën voor neurorevalidatie te ontwikkelen en in te zetten om de gedragsmatige en neurale gevolgen van hersentekorten zoals een beroerte aan te pakken. https://specs-lab.com/ https://specs-lab.com/
Het onderzoek wordt ondersteund door de EU-projecten ANITA (H2020-787061), cDAC (ERC 2013 ADG 341196), en RGS@home (EIT Health ID 19277).